Ik kom thuis na een lange dag werken. Ik ben uiterst goed gestemd. Ik kom terug van een mooie volle zaal met 800 ondernemers die weg zijn gegaan met een rugzak vol energie en tips om zelf veerkracht te ontwikkelen. Ik kreeg een staande ovatie, bloemetje en een wijntje. Beter kan niet. Spreker, bestsellerauteur, meneer van den Adel is helemaal in zijn nopjes…
Met zichzelf.
“Hoi schat.”
“Hoi.”, hoor ik uit de keuken.
Jas uit, Joep lebbert me gulziger af dan mijn eerste jeugdvriendinnetje en ik rol de keuken in met bloemen en wijn. Kim weet inmiddels dat de 3 keer per week dat ik die meeneem, niet uit mijn liefdeskoker komen.
Ik kus Kim en overhandig de wijn en bloemen. “Nou, dat had je niet hoeven doen”, zegt ze met een cynische glimlach.
Maar dan gebeurt het
“Zie je niet iets?” zegt Kim. De suggestieve vraag slaat me volkomen uit mijn zelfvoldane, ietwat egocentrische staat van zijn.
Ik ben gelijk op mijn hoede.
Nou, beste vrouwelijke lezer van deze pagina. Weet dat wij mannen qua nature al vrij onzeker zijn. Wij weten dat we nog nooit een juist antwoord op deze vraag hebben gegeven en dat we, excuseer mijn Frans, per definitie de lul zijn.
En dan gaat het snel. Fight, Freeze or Flight? Mijn gedachten gaan alle kanten op. Kak, kak, kak, ik zie het niet, wat moet ik doen? “Ga voor de veilige optie”, roept mijn neocortex. ‘Als je nou niks doet, dan komt het goed”. Dus, ik bevries. Letterlijk.
“Zie je niet iets?” herhaalt ze, alsof ik het de eerste keer niet heb gehoord.
Dit keer op een intonatie die mijn leraar Duits vroeger ook al kon hebben. Alsof hij het antwoord allang wist, maar het alleen nog uit mijn mond moest horen.
Het angstzweet breekt me uit.
Mijn hersens gaan op standje kernsplitsing. Kak, is ze naar de kapper geweest? Nee, of misschien toch wel? Maar ja, als ik het zeg terwijl het niet zo is ben ik de lul. Als ik nou niets zeg, terwijl ze wel naar de kapper is geweest ben ik nog harder de lul.
De oogrol
Kak, kak, kak. Wat moet ik doen? Euh, is er een muur geverfd? Is ze zwanger? Of afgevallen? Ik raak volledig in paniek. En in deze toestand van comateuze, zombie-achtige verstandsverbijstering, zie ik haar de oogrol doen.
Jawel mannen. De oogrol.
Kim doet haar befaamde oogrol waarbij dit zittende, onzelfverzekerde jongetje van 10 (waarin ik net veranderd ben), zich voelt als iemand die straf gaat krijgen van zijn moeder en verbannen wordt naar de strafkampen in Rusland om nooit meer terug te keren. Haar ogen spreken boekdelen, zoals: ‘dat doet hij nou altijd, hij let ook nooit op, hij is alleen maar met zichzelf bezig’.
“Joep heeft een nieuw kussen!” Ze loopt de keuken uit en wijst naar een riant kussen waar Joep zijn oude-mannen-botten op heeft uitgespreid. Joep zie je ook kijken; ‘’Ik weet ook niet waar ze het over heeft’’, maar hij durft dat, net als ik natuurlijk niet uit te spreken. Ik voel mij gesterkt door het enige andere mannelijk lid van dit huishouden.
“Oh mooi.” Antwoord ik iets te snel.
“Mooi?” krijst Kim? “Mooi? Ik ben weken aan het zoeken geweest. Hij is van traagschuim speciaal voor zijn oude botten, afwasbaar en de kleur past super goed bij de muur.”
Okay, denk ik. Het jongetje van 10 in mij begint weer op te krabbelen en dit had stukken slechter af kunnen lopen, bedenk ik me. Ik waan me weer veilig. Maar dan maak ik een cruciale fout. Op nonchalante toon hoor ik mezelf de woorden uitspreken. “Lieverd, het is maar een kussen.”
“Ach laat maar, het interesseert je ook allemaal geen hol!”. Nou ja, daar heeft ze een punt. Dat doet het ook niet. Een kussen is een kussen, zolang de hond er maar op gaat liggen i.p.v. altijd op de bank. Ik vrees echter bij het uitspreken van deze woorden, dat Kim haar recht op de gemeenschap van goederen gaat aanboren.
Dus ik zwijg en ik slik. Dat kan ik goed, bedenk ik me. Als ik toch op elk wissewasje een opmerking terug zou maken… Pfff dat zou wat worden hier in huis.
“Sorry, ik vind het echt een mooi kussen’’.
‘’Nou hoeft het al niet meer’’ en ze baant zich een weg terug naar de keuken.
Mr. Feather Force is zojuist getransformeerd tot Mr. Rigidepuinhoop. Joep ziet het tafereel van een afstandje aan, en je ziet hem denken: “Wat maken jullie je toch allemaal druk, hij ligt toch lekker” En gelijk heeft Joep.
Over al mijn trots heen, besluit ik Kim achterna te rollen en we knuffelen het van ons af.
“Had je weer een lekker showtje vandaag schat?” zegt ze met een knipoog.
”Ja, ik zat er lekker in” beaam ik. De ‘Zet Niek-met-beide-benen-op-de-grond-Stichting’ heeft zijn werk weer goed gedaan, stiekem precies zoals het hoort.
P.S. Het is echt een heel gaaf kussen volgens al mijn dochters.
Niek