Skip to main content

“Wat een gave fiets!” roept een jongetje als ik met Joep en mijn handbike in de stad sta. Hij is een jaar of 6, veel ouder zal het niet zijn. Zijn vader kijkt hem bestraffend aan. Zoiets zeg je niet tegen gehandicapten, lijkt hij te denken. “Zijn die oranje spaken voor Koningsdag?” Voegt hij er aan toe? Ik geniet.

“Ja, die heb ik speciaal voor vandaag” Verzin ik. “En met het voetbal van het Nederlands elftal natuurlijk!. Er zit ook nog een motor op”. Het jongetje verstart even maar kijkt dan omhoog naar zijn vader, zoals alleen kinderen dat kunnen doen. Het pruillipje vormt zich langzaam en met gebogen kopje, vraagt hij aan zijn vader of hij ook niet zo’n fiets met oranje spaken mag. Ik leg hem uit dat ik niet meer kan lopen en altijd in de stoel moet zitten. Dat maakt niet uit, de stoel is zo cool dat hij dit op de koop toeneemt.

Kinderen zijn fantastisch.

Een kind ziet mijn spaken, mijn handbike en vraagt zonder aanname, zonder oordeel waarom ik in die stoel zit en niet sta. Van volwassenen daarentegen krijg ik veel vaker de vraag: Wat verschrikkelijks is er met je gebeurd?” Als ik dan uitleg dat ik een motorongeluk heb gehad en een dwarslaesie heb volgt altijd de reactie: ”Oooohhh wat errugggg!!”

“Stop!”, wil ik dan roepen. Dit is helemaal niet erg.

Erg is het als je kan lopen en je leven niet waardeert. Erg is het als je niks mankeert maar in een depressie zit. Als je je werk niet leuk vindt, je vrouw niet meer aantrekkelijk vindt en je net zo zeikt als de rest van Nederland op hoe slecht het wel niet gaat. Das pas erg.

Ik ben getrouwd met de mooiste ergotherapeute van Nederland, heb net 2 beeldschone dochters gekregen, een huis gekocht, een lieve familie, top vrienden maar het belangrijkste. Ik weet wat ik hier kom doen op deze mooie planeet. Das niet erg. Das fantastisch!

De reactie is dan ook helemaal niet bedoeld voor mij. Mensen willen eigenlijk zeggen. Wat erg als het mij zou overkomen. Ik merk dat ook als patiënt in uw instellingen. Een verpleegster die zonder te vragen mijn rolstoel gaat duwen. Een dokter die bezorgt kijkt als ik een transfer maak, een voedingsassistente die verteld dat ze zelf ook wel iemand kent die een dwarslaesie heeft. Zucht….zullen wij vandaag iets proberen te leren van dit kindje? Want hoe mooi zou het zijn als ik iets vaker die kind reactie zou krijgen in het ziekenhuis, in de instellingen waar ik binnen rol. Gewoon oprecht en eerlijk wat wij zien. Hoe gaaf zou het zijn als wij aan patiënten, bezoekers of collega’s zonder aanname en oordeel kunnen vragen wat er aan de hand is?

Het jongetje druipt teleurgesteld af. Zijn papa heeft hem net verteld dat hij dat niet meer mag zeggen tegen mensen in een rolstoel. Ik vraag mij af of deze wereld nog te redden is.

One Comment