Skip to main content

Het lijkt wel in Slowmotion te gebeuren. De grote wielen van de Audi A6 keren langzaam naar rechts. Precies waar ik met mijn handbike plat op de grond lig…

Het is alweer 19 kilo geleden dat ik weer in de handbike heb gelegen. Drie dochters, drie ondernemingen en bijna drie boeken later, tikt de weegschaal 103 aan. Pardon? Jep 103. Tel daar een corona cyclus bij op en je hebt een Gordon combinatie. Tijd om iets te gaan doen en wel nu.
De handbike staat er maar stoffig bij. Het veel te dure apparaat is niet gemaakt om stof te happen en hij lijkt mij aan te kijken met:

Hoezo deed je er zo lang over?

Het is eenzelfde blik die Joep, mijn hond, mij elke morgen kan geven als ik wakker word. “Hoe haal je het in je hoofd om te gaan slapen baas? Zie je niet dat ik verga van de honger en al 12 uur niet gespeeld heb in het park?” Zo’n blik . Als mijn handbike zou kunnen praten, dan denk ik dat die een therapeut nodig heeft voor het verlaat-het-nest-syndroom, consistente ouderlijke verwaarlozing en een burn-inn voor te weinig gebruik.

Het avontuur tegemoet

Dus, hij mag uit de kast. Enige liefde later vol O2, olie en wat WD40, staat die glimmend in het zonlicht. “Kom maar op, I eat paraplegics for breakfast”. Okay misschien draaf ik door nu. Je snapt wat ik bedoel. En zo op 20 april 2020 verlaat ik, nog voor Elsa: “Let it go”! kan roepen, de poorten van ons estate te Blaricum. Okay, de tuindeur van onze middenwoning.

Op naar avontuur, zon en een godenlichaam. Alleen wel te verstaan. Zonder een au pair heb ik het, net als al het andere gepeupel, druk gehad met mijn drie lieftallige dochters onder de vijf, die de neiging hebben elke vijf minuten een moodswing te krijgen. De ene keer zijn ze Elsa of Barbie, maar veelal zie ik Schrek, Musafa en Dory voorbijkomen. Vooral de laatste, niemand in dit huis lijkt het enige mannelijk lid van deze familie te horen, laat staan te begrijpen. “Keep on swimming” is een soort constante staat van zijn, waarbij ik gewoonweg een andere taal lijk te praten als mijn mede vrouwelijke huisbewoners.

Op naar de Nothing box dus, de horizon tegemoet. Ik snak naar even leegte in mijn hoofd zonder poepluiers en flesje melk. Zonder “PAPA!”, zonder laptop, zonder corona, zonder iets. Vol enthousiasme stap ik op. Nou ja, laat ik mij in het gevaarte denderen. De kilo’s hebben zich op miraculeuze wijzen van mijn biceps naar mijn buik verplaatst, waardoor ik nu echt behoor tot de doelgroep van dikke mannen in een strak pakje op een te dure fiets. Je weet wel, zo ééntje.

Mr. Featherforce

Bij de eerste omwenteling merk ik dat mijn fiets het mij niet in dank afneemt dat ik hem zo lang in de kou heb laten staan. Bij elke krank omwenteling prikken de pedalen in mijn buik. Is die fiets nou gekrompen vraag ik mij heel even af, of is het viaduct aangekomen? Toch kom ik in het ritme wat elke fietser zal herkennen. Een steady cadans, een vertrouwd ritme waarop mijn gedachten zich heel langzaam leegmaken. God, wat heb ik dit gemist, denk ik na de eerste 20 km.

Dan komt het punt van de bezinning. Mijn hoofd is leeg en terwijl mijn armen dit heerlijke ritme volhouden, komen de reflecterende gedachten. Misschien is het ook allemaal wel veel. Mr Featherforce, zoals mijn vriend Peter mij graag noemt, kan een hoop aan, maar ik stap (spreekwoordelijk) wel weer in een bekende valkuil. De wereld is gewoon veel te leuk. Maar heel veel leuk, is nog steeds heel veel. Sinds corona zijn intrede heeft gedaan, heb ik twee bedrijven gelanceerd, Ben ik twee boeken aan het schrijven, waarop vandaag de lamme leidt de blinde live is gegaan. Heb ik een Podcast serie opgenomen, een liedje uitgebracht voor de zorg (juichen voor onze helden). Zijn we bezig met het eerste 1,5 meter event, heb ik al mijn verdienmodellen digitaal gemaakt. Maken we een 6 weekse serie over veerkracht, neem ik een masterclass op, oja en pas ik 4 halve dagen op de kids om mij heen. Voor de laatste zin krijg ik slaag van Kim overigens, je schijnt niet op je eigen kinderen te mogen passen.

Overigens vergeet ik in bovenstaand lijstje nog twee goede doelen, ontelbare coachings, Webinars en nog veel meer. Terwijl het landschap aan mij voorbij gaat merk ik dat ik minder kan genieten van dit alles. Ik spreek notabene over veerkracht en één van de pijlers is het lichaam. En die. Juist die. Die vergeet ik nog wel eens.

Goed zo jongen

Alleen mijn gedachten ordenen, sturen en uitspreken lijkt wel extra kracht te geven. Met deze extra energie knal ik de Tafelberg op in een tempo waar Armstrong (mooie woordspeling Niek) jaloers op zou zijn. Tot het moment dat er een oud omaatje zonder accu mij inhaalt en roept: “goed zo jongen” Ik geef als eerste eerlijk toe dat mijn gedachten mij ook soms een beetje meeslepen daar op de berg. Vermoeid kom ik boven, waarop de afdaling volgt. Gefocust op de afdaling ontwijk ik drie botox billen en manoeuvreer ik mij keurig langs de Porsche ’s en Maserati’s die van hun welverdiende zonnestraaltjes aan het genieten zijn. Het is druk. Het massale Gooi loopt uit even om te flaneren bij ijssalon de Hoop en ik kom dan ook bij een opstopping voor het kruispunt, vlakbij huis. De Audi A6 staat ook te wachten, geen knipperlichten en keurig in het midden voorgesorteerd. Ik parkeer er naast.

Dat had ik beter niet kunnen doen.

Even later hoor ik een hoop geschreeuw. Ik lig op mijn zij en de voorband van de Audi boort zich in mijn handbike. De bestuurder stopt gelukkig, waardoor ik deze column überhaupt nog kan schrijven. Hij had het vlaggetje van de handbike niet gezien en besloot toch rechtsaf te slaan. Terwijl alles zich in slow motion afspeelt gaat het snel. Omstanders haasten zich naar de plek van onheil en helpen mij, ondanks corona weer in overeind waarbij ik weer plat op mijn rug in de handbike lig. “Gaat het?” willen de helpers weten. Dat weet ik gewoonweg niet. Ik voel 90% van mijn lichaam niet dus ik weet ook niet of er iets kapot is of niet.

Even overweeg ik om te zeggen dat mijn benen het niet meer doen. Maar of dit nou het moment is om grapjes te maken weet ik niet.

Als je dan toch wordt aangereden

De lichtmetalen wielen van de Audi hebben ervoor gezorgd dat mijn fiets verbogen is, drie sterke mannen, waaronder de bestuurder, tillen me maar op de stoep. Daar is het wachten op de ambulance, want ik wil toch even kijken of ik niet stiekem mijn enkel of been heb gebroken. Dan slaat toch voorzichtig de hulpeloosheid toe, die pijnlijk op de dwarslaesie knop drukt. Boos op mezelf waarom ik toch naast die auto ben gaan staan, verdrietig omdat 10 jaar geleden ik ook al op zo’n plek om mijn rug lag. Ook toen kwam de ambulance en politie met gillende sirenes aangereden. Toen stonden er alleen niet 80 mensen met een ijsje in hun hand te wachten. Dat dan weer niet.

Als je dan toch moet worden aangereden, dan maar door een aardige gast zo blijkt. Nee, hij heeft niet goed gekeken en vergat zijn knipperlicht, maar ik had er ook niet moeten gaan staan. Geen kwaad bloed in het spel, dus ik neem het hem ook niet kwalijk. Ik begin alleen steeds harder te balen, want als die fiets kapot is duurt het maanden voordat er weer een nieuwe is. De George Clooney grijstint van mijn haardos moet het dus maar even zonder een afgetraind lijf en een sixpack doen.

Kim arriveert met mijn rolstoel, ik word nagekeken in de ambu en mankeer op wat schrammen na wonderbaarlijk niets. Als je dan toch wordt aangereden door een aardige gast, kan je maar beter een vrouw hebben die ergotherapeute is en in de letselschade werkt, leg ik uit aan de ambu verpleegkundige. Als je dan aangereden wordt door een aardige gast, je vrouw ergotherapeute is en in de letselschade zit, kan je er maar beter ook een ijsje bij eten leg ik uit. Maar daar trappen ze niet in. Wel zijn ze zo lief om de handbike op de brancard thuis af te zetten, dat dan weer wel.

Thuis ben ik kapot door de schrik en duik ik om 7 uur mijn bed in. Mijn derde ongeval met een fiets. Eerste een motorfiets, vorig jaar over de kop met een elektrische bike en nu met de handbike. Een vriendin opperde: “Niek, misschien wil het leven je wat zeggen” Als ik die vraag nu zelf beantwoord, merk ik dat ik het te maken heeft met het accepteren dat ik een lichaam met wat complicaties heb. Hoeveel dromen ik ook waar wil maken, hoe hard ik ook een gewoon leven wil leiden en gewoon wil kunnen fietsen. Accepteren dat ik onbeperkt wil leven in een beperkt lichaam, mijn dromen ook in het hier en nu kunnen zijn én dat ik wel gewoon kan fietsen, maar moet realiseren dat ik wat lager lig. Dat dus.

Wist je dat

Niek ook een Podcast serie maakt met Richard de Hoop over veerkracht en wendbaarheid? Koptelefoon op en luisteren maar!

One Comment

  • piet hein oosterhagen schreef:

    Beste Niek, ga gewoon door, je hebt mij weer rijker gemaakt. (en doe inderdaad voorzichtig, je bent onoverwinnelijk maar ook kwetsbaar ???)