“hebben jullie wel alleen de blauwe m&m’s uitgezocht?” grap ik vrolijk als ik het theater binnen kom rollen. Ik doe erg stoer, maar stiekem ben ik zenuwachtig, tot hilariteit van mijn collega’s die dit door hebben. Op de Whatssapp verschijnt de eerste foto van Niek’s toeringbus, krijg ik vragen over mijn portretrecht en of ze er even 15kg af kunnen schminken bij de visagie. Eikels…
Ik mag spreken op een erg bijzondere avond van een zorginstelling, die heeft besloten haar medewerkers met een flinke dosis Brabantse gastvrijheid, in het zonnetje te zetten. Dan, heel langzaam vult de zaal zich met het rumoer van 250 feestelijk uitgedoste gasten, camera mensen en organisatie. Joep begint te trillen, ik tril vrolijk mee. Daar wacht ik dan, met 2 microfoons in mijn nek en poeder op mijn kop tegen het glimmen, achter de coulissen. Al 5 keer gevoeld of mijn uritip goed zit, 10x mijn storyline gechecked en net iets teveel parfum opgespoten.
Zo’n 15 minuten voor de show trek ik mij terug.. “Ademhalen Niek”, mompel ik. In door mijn neus…… uit door mijn mond. Diepe teugen zuurstof zuig ik door mijn buik naar binnen. Ik ga terug naar de plek waar mijn verhaal begon zo’n 4 jaar terug. Daar lig ik dan op straat, helemaal alleen, enkel vergezeld door de sterren. Ik tuur omhoog en vraag ze mij net zo te helpen als op 16 juli 2010. Ik voel mijn hartslag zakken en de emotie maakt zich langzaam van mij meester.
“Waarom vertel je wat je verteld? Niek, wat wil je nu bereiken vanavond? Waar moeten de mensen mee naar huis gaan?” In mijn gedachten heb ik deze toespraak al een keer of duizend gevisualiseerd. In mijn gedachten heb ik de reactie van het publiek, van elke grap, van elke traan al honderden keren voorbij zien komen. Maar toch…
Nu, is het showtime! De kleedkamer uit en als echte Rock & Roller, het podium op. Joep bibbert aan mijn zijde, hij voelt mijn spanning. Het is gewoon niet zo handig dat hij de enige hulphond in Nederland met podiumangst is. Ik besluit hem maar in de hoe naast een bakje water neer te leggen. Waarbij ik overigens de horeca dame flink heb laten zweten, omdat ik haar wijs heb gemaakt, dat hij alleen maar Pellegrino drinkt.
Het verhaal loopt lekker, na 5 minuutjes begin ik weer te begrijpen waarom ik dit ook alweer zo belangrijk vind om te doen. Waarom ik de beperkte energie die ik nou eenmaal heb, wil besteden aan het vertellen van mijn verhaal. De wereld een beetje mooier maken, veranderen wellicht? Een staande ovatie volgt, die in mijn ervaring minuten, uren, dagen, duurt. Ik lach en ik geniet. Dankjewel, fluister ik, dankjewel.
Volgende maand ben ik aanwezig bij de hotellotop met als thema: EGO use it or lose it. Lekker toepasselijk denk ik. Ik kan er niet omheen dat het ook mijn EGO is die gestreeld word vanavond. De vele complimenten die ik naderhand mag ontvangen zijn hartverwarmend, fijn, soms een tikkeltje gênant zelfs. Mijn vrienden zouden mij echt heel hard uitlachen als ze mij na de voorstelling geknuffeld zien worden door 200 enthousiaste dames. Mijn eigen parkeerplek voor de deur (gehandicapten parkeerplek), mijn eigen toilet (invalidentoilet), een kleedkamer naast het podium. Maar voornamelijk de blikken. Het zijn de blikken van de aanwezige mensen die mij doen blozen.
Ik realiseer mij weer eens, hoe bevoorrecht ik ben dat ik dit werk mag doen. Het zit mij ook altijd mee…Fuck it, besluit ik, dan is het ook maar mijn EGO die dit fijn vind.