Het begint weer lente te worden merk ik. Je kan het buiten alweer ruiken, die onmiskenbare geur dat de zonnestralen er weer aan zitten te komen. Vrolijk rijd ik dan ook naar huis van mijn werk. Ik stoor mij dan ook niet aan die lange file op de A9, ik ben namelijk net terug van vakantie en in opperbeste stemming, totdat….
Ik thuis kom en mijn rolstoel uit mijn auto til. Ik maak een onhandige beweging en hij rijd ongewild, zonder zijn bestuurder de oprit af….Gênant, want daar staat het arme beestje zielig helemaal alleen op straat. Ik ben nog niet bekomen van de vloekpartij die uit mijn mond komt, of ik hoor een auto aankomen. Nou ja, niet de auto, maar de enorme bass-partij van één of andere slechte rapper…In de auto zitten welgeteld 4 jongeMarokanen te relaxen. De bestuurder hangt zover naar rechts dat het lijkt dat hij op de bijrijdersstoel plaats wilt nemen, maar daar zit zin zijn homie in opperste concentratie naar zijn mobieltje te staren, zijn matties chillen zover onderuit op de achterbank dat er enkel kleine petjes zichtbaar zijn boven ramen. Zichtbaar genieten zij ook wel van het mooie weer danwel op hun manier…
Dan staat er plotseling een rolstoel midden op straat. De auto stopt. Ik zie 4 kleine kopjes verschrikt om zich heen kijken waar de dappere bestuurder van die eenzame rolstoel moet zijn. Op hetzelfde moment, bedenk ik terwijl ik in mijn auto zit; er kunnen nu 2 dingen gebeuren. A, mijn rolstoel is zo pleite en de zuurverdiende 5500 euro van de WMO wordt besteed aan een nog grotere basinstalatie voor in de auto, of B, er wordt heel hard gelachen en ik wordt wellicht geholpen. Ik kon er niet meer naast zitten…
De muziek stopt en kennelijk is het een heel raadsel voor de jongens, hoe nou een rolstoel alleen op straat komt, driftig discussiërend overleggen zij in de auto wat de volgende zet zal zijn. De bijrijder heeft er genoeg van en stapt uit, hijst zijn broek op vanaf zijn knieën, doet zijn haar goed en kijkt eens rustig om zich heen. Ik zit nog steeds in die auto en hoop dat de jongen een wijs besluit gaat nemen. Plotseling zie ik aan hem dat hij de situatie door heeft. Er hoort natuurlijk iemand in die rolstoel te zitten, zie ik hem denken. Dan ziet hij mij. Verschrikt vraagt hij: “gaat alles goed met u meneer?” “ja hoor, maar ik ben een beetje onhandig, wil je misschien de rolstoel naast de auto neerzetten? Maar natuurlijk, wij snapten er al niks van in de auto. Maar weet u, wij schrokken ons rot en vroegen ons af wat er was gebeurd. Mijn vrienden zijn watjes en durven niet te helpen, ze zijn bang dat er iets ergs was” zegt hij wijzend naar zijn vrienden. “Komt u maar, ik hou de rolstoel wel tegen” Mijn kussen klopt hij ondertussen uit, en hij hangt mijn rugtas netjes achter de rolstoel.” ik help mijn oma ook altijd, weet u, ja, dat doe je toch” is zijn meest normale reactie van de wereld. “lukt het u om zelf naar binnen te komen? Ja? Een hele fijne dag dan nog, geniet van het weer” roept hij teruglopend naar zijn vrienden, zijn vrienden knikken instemmend en roepen: “fijne dag nog meneer”.
Ik rol naar binnen lach om mijn eigen blunder en schaam mij tot op het bot om mijn eerste reactie. Dus ik wijd er maar een blog aan speciaal voor deze hulpmarokanen, das wel een keertje leuker dat andere woord wat we er graag voorplakken….
Met het schaamrood op mijn kaken, ben ik blij dat ik weer wat geleerd heb vandaag…
Pracht verhaal Niek. Heb laatst iets soortgelijks meegemaakt toen ik languit op straat viel. En er een jonge Turks of Marokkaans zijn fiets neergooide om mij te helpen. Gelukkig zijn er ook hele goeie!