Skip to main content

Het moest een keer gebeuren. Ik sta voor de deur van één van Nederlands mooiste zorginstellingen. Een belangrijke afspraak. Ik is zenuwachtig. Bij het openen van de deur merk ik het al. Een gepruttel van een jewelste en mijn hele broek zit vol.

Das shit. Letterlijk dan.

Maar wat moet ik dan. Ik wil naar binnen. Ik wil namelijk die rare zorgwereld veranderen en daar heb ik die meneer met die grote stropdas binnen voor nodig. De afspraak kan echt onmogelijk verzet worden. “Wat levert het je op als je gaat Niek?’ vraag ik mijzelf. Het allerergste wat er kan gebeuren is dat iemand het ruikt en dan? Steken ze dan je banden lek? Mag je dan nooit meer terugkomen. ‘Nee fuck it!, ik ben Niek en ik poep nou eenmaal soms in mijn broek. “Schijt eraan, en gaan!’ Dit dan ook weer letterlijk.

Ik prop mij zo goed als kan vol met matjes en ander materiaal om de rozengeur enigszins tegen te gaan. ‘Één uurtje Niek’ verstand op nul en gaan. Het word een topafspraak. Dan weer terug de realiteit in. Thuis verschonen douchen, Puck en Josefien een high-five geven, die weten tenminste hoe het voelt. Uitgeput plof ik  op de bank.

‘Jahaaaaa, ik weet het wel’ Het is dan ook allemaal een beetje teveel tegelijkertijd. Een tweeling opvoeden, een nieuw huis kopen, 5 dagen per week werken, de HandbikeBattle organiseren, 2 bestuursfuncties, vele columns, een goed sociaal leven en een boek schrijven. Oja en die dwarslaesie. ‘Dat is teveel, meneer van den Adel’ schreeuwt mijn omgeving.

‘Als u niet op de rem trapt dan doe ik het wel’ hoor ik mijn lichaam zeggen. Dus daar lig ik weer. Een blaasontsteking en darminfectie voor de derde keer op een rij. Pijn, incontinent, moe en boos. Want, zo kan ik toch nooit de wereld veranderen. ‘Werk toch eens mee!’ schreeuw ik terug, stom lichaam!’

Langzaam kom ik weer een beetje bij bedaren. En gek genoeg, beetje bij beetje komt er vanzelf dankbaarheid naar boven drijven. Dankbaar, omdat ik nu een lichaam heb die heel snel op de rem trapt als dat nodig is. Ik kan dat namelijk niet. Dankbaar, omdat ik dan niets anders kan dan rusten. Dankbaar, omdat het mij ook weer de tijd geeft om te genieten van de vele mooie dingen die er gebeuren de laatste tijd. ‘Dankjewel, lief lichaam’ fluister ik voordat ik ga slapen.

Ergens wil ik er dus ook niet vanaf. Ik geloof dat ik dit gedrag al vertoon zolang ik het mij kan herinneren. Het brengt mij namelijk een hele hoop. Maar goed, bij mijn grootste kracht ligt dus ook mijn grootste valkuil. Das eigenlijk helemaal niet erg. ‘Zolang je er maar voor kiest’ zeg ik met een knipoog naar mijzelf.

Deze week loont mijn harde werken zich ineens uit. Mijn boek: Crash!, is af. De battle was een succes. TrainMark mag zich nu de trotste trainer noemen in het nieuwe leiderschapsprogramma van het UMCU. De spoedeisende hulp van het RadBoud zegt ja tegen onze trainingen en de aanvragen stromen binnen. Gelukkig en voldaan sluit ik mijn ogen om tot 12 uur in de ochtend door te slapen. Ik droom over een wereld waarbij wij aardig en lief zijn voor elkaar. Waarbij wij weer ‘goedemorgen’ zeggen in de trein en wij weer realiseren hoe goed wij het hebben. Zal het dan ooit gaan lukken?