Skip to main content

Het is een doodnormale zaterdag. Nouja, in hoeverre je van een normale dag mag spreken als er 2 krijsende peuters, een ADHD hond en een vrouw die 8 maanden zwanger is om je heen zijn.

Vandaag gaan wij klussen. We hebben een heel team ingeschakeld. Kim heeft op haar laatste adem voor een weeshuis aan lekkere broodjes en stroopwafels gekocht, verf, schuurpapier. Alles is in huis. U kunt zich afvragen waar ik in dit verhaal ben. Nou, ik reed op vrijdag avond, na een drukke week om 7 uur nog uit Terneuzen weg, de 3de avond op rij deze week dat ik mijn kinderen niet zie. Wellicht een item voor een volgend column.

Maar goed, het ging over het klussen, eindelijk al die laatste klusjes af die zich al weken in het lijstje in Kim haar hoofd bevinden. Ik erger mij er ook aan hoor, maar dan meer aan een plankje dat ik al 3 maanden wil ophangen. De tragiek leert dat deze zich op 1.70 bevindt, een hoogte die mijn zittende massa zich niet kan veroorloven.

Mijn broer is als eerste. Jahoe! We gaan van start. Nou moet u 2 dingen weten over mijn broer. De beste man heeft al het gereedschap dat er bestaat en geeft ook regelmatig toers langs zijn opgepimpte werkbank. De beste man is echter geboren met een goed stel hersens, helaas zijn de klusgenen, mijn kant op gekomen. Hij gebruikt het dus nooit. Toch is hij hier en zet hij zijn beste beentje voor, hetgeen ik dan weer niet kan.

Helaas blijkt al snel dat de overige vijf klussers ziek zijn. En dan gaat het snel. Kim breekt van teleurstelling en zit in tranen op de bank, de dames huilen uiteraard nog harder mee en ik besluit plotseling een blaasontsteking te krijgen (heeft echt niets met dat harde werken te maken, heus nie). Kim in tranen, de kids overstuur, Niek in bed, Joep onrustig omdat die moet poepen en de persoon die dit geheel met lederogen aankijkt met een verfkwast in zijn hand is mijn broer.

Nu vind ik alleen de aanblik van Jeroen met een stuk gereedschap in zijn handen normaliter al zeer vermakelijk. Maar daar gaat het eigenlijk niet over. Nee, het gaat om zijn blik. Het mag misschien duidelijk zijn, maar als je als broers samen opgroeid, samen de lego deelt, samen vecht, en samen voor het eerst porno ontdekt (sorry voor de telefoonrekening paps, die 800,- gulden waren goed besteed), dan ken je elkaars lichaamstaal wel..En nu daar in de woonkamer lees ik in alles uit: waar zijn jullie in hemelsnaam aan begonnen, waarom nog in hemelsnaam een derde erbij?

En dat is nu precies waar onze bottelnek ligt. Kijk, als alles goed gaat. Dan is die tweeling, een nieuwe baby, die rare hond een dwarslaesie (vergeet de syrinx maar even) goed te doen vinden wij. We doen ons ding, genieten, lachen huilen als ieder ander. Maar als het dus even over de lijn gaan. En die lijn is echt heel dun. Dan zakken we keihard door het ijs en kan ik bang zijn voor de toekomst. Ik kan die blik van Jeroen dan ook echt wel begrijpen.

Vraag ik dan teveel? Ben ik de geleende tijd waarin ik leef dan aan het uitputten? Kunnen wij het wel aan? Al deze gedachten gaan de afgelopen 24 uur, terwijl ik zwetend, rillend en verkrampt op bed lig, wel door mij heen.

Dan is het zondag morgen. Mijn haat/liefde verhouding met antibiotica resulteert in een goede nachtrust. Nog niet helemaal hersteld maar wel met goede moed mijn bed uit. Aan de slag van den Adel! Ik spuit de tuinmeubelen schoon met hoge druk, slaap weer twee uur en doe rustig aan. Mijn schoonmoeder is gearriveerd die veel uit handen neemt voor Kim. De twins spelen rustig en waar 24 uur geleden de blik van mijn broer nog vol verbazing, meelij en wellicht wanhoop stond, zou hij nu anders kijken. Ik weet zeker dat wij nu samen een pilsje in de zon open zouden trekken. De tweeling in de zandbak spelend en kim ontwerpt het geboortekaartje. Zo kan het dus ook, die werelden liggen voor ons zo dicht bij elkaar. Er is niets bijzonders gebeurd vandaag, maar het voelt als de fijnste, gelukzaligste en volmaaktste dag ooit. Ik weet inmiddels dat deze dalen bij ons leven horen. Heel even hou ik er zelfs van omdat klimmen dan zo makkelijk is. Even stilstaan, achterom kijken en genieten dat we alweer wat hoger staan. Dat doen we vandaag.

Zo gelukkig kan een doodnormale dag zijn.