Skip to main content

Het is september 2024 als ik op het strand in West-Australië een cadeautje ontvang dat me niet alleen tijdens de reis, maar voor de rest van mijn leven, veel veerkracht leert.

Ik moet genieten

Op dat parelwitte strand probeer ik te begrijpen waarom ik me even helemaal niet goed voel. De ene kant van mijn hoofd schreeuwt: “Niek, je moet genieten! Je bent op wereldreis!” Terwijl de andere kant gewoon geïrriteerd is. En ik begrijp nog niet precies waarom, totdat ik dat cadeautje ontvang. In het boek dat ik lees, ‘De zeven eigenschappen van een sterk gezin’ van Stephen Covey, leer ik over de emotionele bankrekening waarop je kunt storten en opnemen, over gezinswaarden, een missie en meer. Elk woord komt binnen.

Het verlangen naar veerkracht en rust

Naast liefde laten voelen, is veerkracht en zelfredzaamheid iets wat ik mijn kids wil laten ervaren en voelen tijdens de unieke trip. Op de één of andere manier lukt dat nu (nog) niet. Bij het minste of geringste raak ik geagiteerd en reageer ik als een chagrijnige ADHD’er op cocaïne (dat is vaak en veel chagrijn). Erger nog, ik ben niet de enige in het gezin die zo reageert. We lijden er allemaal onder.

Tijd voor verandering

Nog voordat we beginnen, zegt Puck: “Ik vind het stom!”
“Ik ook!”, roept Josefien.
“Je bent zelf stom,” roept Anna.

Puck geeft Anna een beuk. Ik word boos op Puck. Anna begint te huilen. Nu Puck ook. Ik besef dat ik wel eens betere Bila’s heb gehad. Maar na 30 minuten van deze ‘terrible tango’ waarin we alleen op elkaar reageren, ontstaat er rust en ruimte.

spreker veerkracht niek van den adel sterk kreukel
Niek van den adel 4

Nieuw familiewoord

Ik vind het eigenlijk te druk,” zegt Puck. “Daardoor ben ik vaak moe en voel ik me niet lekker.”

“Dat heb ik ook, Puck,” zeg ik. “En daardoor ben ik vaak streng voor jullie, terwijl ik dat helemaal niet wil zijn.”

“Kunnen we hier een woord voor verzinnen?”, opper ik.

“Kranky,” “papatoe,” “sjagiebal”… er komt van alles voorbij totdat Kim zegt: “Wat dachten jullie van kreukel?”

“JAHAAA!” roepen we in koor. Dat wordt ons nieuwe familiewoord.

En zo is ‘kreukel’ geboren. Als je merkt dat iemand even niet lekker in zijn vel zit, vraag je: “Ben je kreukel?” En als het antwoord “ja” is: “Kan ik wat voor je doen?”

Een gezinscultuur met veerkracht bouwen

De hele gezinsdynamiek verandert door deze ene zin. We zitten nou eenmaal 24 uur per dag bij elkaar op de lip en spanning loopt sneller en heftiger op. Deze proactieve vraag maakt dat we liever voor elkaar zijn.

“Ik heb meer me-time nodig”, opper ik. “Waar ik me even terug kan trekken.”

En zo geschiedde.

Zo werken wij als gezin bewust aan een wij-cultuur met veerkracht. Waarin we samen, een dynamiek ontwikkelen waarin we voor elkaar zorgen als dat nodig is.

Dus: nooit meer vergeten: “Ben je kreukel?”