Het is vrijdag en ik ben een jaar of 13. Mijn broer en zussen zitten samen met mij aan de houten keukentafel. Het is weekend, even niet naar school. Ik ben nog aan het napuffen van het voetballen op het pleintje en het is goed toeven thuis. Mama staat te koken, gewoon op dezelfde plek als altijd. Ik ben druk aan het praten over school, over vriendjes en over avonturen. Mams luistert op de achtergrond en geniet, wetende dat het gezin veilig thuis is en bijna compleet.
Op vrijdag komt paps altijd iets eerder thuis van zijn werk. Ik hoor de garagedeur open gaan en verheug mij al op wat komen gaat. Dit weekend gaan wij leuke dingen doen, maar ik weet nog niet wat. Naar opa en oma, naar het zwembad, of gewoon bij de openhaard zitten met ons zessen? Paps komt binnen en net als elke vrijdag zijn wij niet de eerste die een kus krijgen. Nee, dat is mama, net als elke vrijdag…
Een groot bos bloemen siert zijn rechterhand, net als elke vrijdag. Het koken word heel even onderbroken door een liefdevolle kus waarop een knuffel volgt. Dat vind ik vies. Mama doet net alsof ze heel verrast is, wederom, net als elke vrijdag, papa overhandigd de bloemen. Daarna krijgen wij allemaal een kus en op ons donder omdat wij onze rotzooi onder de trap niet hebben opgeruimd. Net…..als elke vrijdag.
Wat als kind bijna als een vanzelfsprekend ritueel gold, zo verwonder ik mij nu over de gedachten die mijn jeugd weer laten afspelen in mijn hoofd. Ik zeg weleens dat ik de perfecte jeugd heb gehad. Niet dat altijd alles alleen maar vrolijk en koek en ei was, maar in mijn gedachten is dat het wel. Er was liefde, heel veel liefde.
In de avond staat Andrea Borcelli op. Mijn zussen verdringen zich voor de beste plek voor de hout kachel en we lezen allemaal. Papa en mama zitten tegen elkaar op de bank. Zo is het stil, erg lang stil. De stilte wordt enkel onderbroken als één van ons het gesprek opent over een net gelezen stuk. Discussie volgt, met het hele gezin. Soms luisteren we naar elkaar soms helemaal niet. Maar het is veilig, alles mag gezegd worden, alles is goed. In mijn gedachten geniet mama op de bank, trots op haar kroost dat zich bijna als in een film gelukzalig stort op de toastjes op tafel.
Nu, hier zittend op de bank, luisterend naar Einaudi, komen de beelden vanzelf. Ik heb mogen ervaren hoe simpel, elementair en onbezorgd, geluk kan zijn, als kind. Een bosje bloemen, een keukentafel en een kachel, meer is er toch niet nodig?