Pffffffffffff….Viel dat nog even tegen. Waarom haal ik het toch altijd in mijn hoofd de lat zo hoog voor mijzelf te stellen dat werkelijk waar alle grenzen worden verzet? Waarom ben ik niet gewoon begonnen met een rondje om fietsen. Waarom niet gewacht tot de battle van 2014? Maar nee, ik moet zo nodig tegen die stomme berg opfietsen.
De gedachten springen vanzelf door mijn hoofd, als ik ploeterend, kreunend en zwetend de postbank opklim afgelopen weekend. Ik zou wel even het rondje van 23 kilometer doen zo had ik mezelf voorgenomen, maar op dit eerste kleine heuveltje in Nederland kom ik mezelf vies tegen. Bah, ik vloek mezelf naar boven en neem mijzelf plechtig voor dat ik dit nooit meer ga doen!
De eerste slagen zijn het pijnlijkst, mijn armen en nek staan in brand, terwijl ik amper 30 meter aan het klimmen ben. Mijn ketting vliegt er 3x af, mijn zitpositie is verre van perfect, te grote tandwielen en verkeerde cranks, dat zijn de schuldige! Het ligt namelijk helemaal niet aan mijn te zware 95 kg, T1 laesie en slechte conditie door de operatie van afgelopen jaar. Nee het is die stomme fiets zo probeer ik mijzelf voor te houden. Stiekem weet ik wel beter, stiekem weet ik dat het nog een hele tour gaat worden daar in Oostenrijk, maar nu is het gewoon even lekker om af te geven op die fiets..
We zijn een half uurtje verder en Ik trap nog steeds naar boven, mijn humeur is er in die tijd niet beter op geworden. “Doorgaan!”, schreeuwt mijn buddy. “tot die top, daar mag je rusten”. En dan gebeurd er iets in mij dat zegt, hoe dan ook, ik ga die top halen zonder te stoppen. Wel potverdorie (gecensureerd voor GVD), ik zal bovenkomen ook, hoe dan ook… Ik neem een korte drinkpauze van 2 minuutjes, de armen lopen weer vol en heel voorzichtig begin ik te merken dat de slagen makkelijker gaan. Alsof iets in mij heeft geaccepteerd dat het nou eenmaal gaat zoals het gaat. Ik kijk om mij heen en merk dat ik eigenlijk in een best mooi bos rij, de zon breekt verlegen door de bomen heen en een compleet vrouwelijk peloton in strakke pakjes verblijd mijn humeur helemaal. Maar nog beter, die top komt alweer in zicht.
Nog even Niek, nog even volhouden schreeuw ik tegen mijzelf. En dan komt de top, wowie, wat een heerlijk gevoel om mijn verzuurde armen rust te gunnen. Wat een heerlijke prestatie die smaakt naar meer, die mij hongerig maakt naar de handbike battle in Oostenrijk. Maar voor nu maar eerst even genieten daar op die immens grote berg op de Postbank, vol met mijn koppie in het zonnetje, wat een mooie dag…
Groet Niek